Net als ieder jaar volg ik kamp van Koningsbrugge, in dit tv programma worden 15 deelnemers 8 dagen mentaal en fysiek op de proef gesteld. Afgelopen maandag moesten de overgebleven deelnemers een dagje overleven in een Engels sparrenbos. Ze moesten hun uitrusting inleveren en daarvoor in de plaats kregen ze de volgende materialen; Een stuk zwart landbouwplastic, een lap jutte, een stuk ijzerdraad, enkele meters sisal touw en een leeg conservenblik. Verder hadden de deelnemers ook nog een zakmes en een gasaansteker. De opdracht was om met deze materialen een onderkomen te maken, een slaapzak en een vuurtje waarop gekookt kan worden.
Het leek me een leuk idee om met soortgelijke materialen deze ochtend een survivalkamp te bouwen, onderweg natuurlijk weer met plezier gekeken naar de mooie zonsopkomst.
Eenmaal aangekomen op een plekje in het dennenbos, natuurlijk eerst even de beschikbare materialen geïnventariseerd. Alle spullen had ik in een FjallRaven daypack gestopt.
Inhoud daypack;
- 5 meter sisaltouw
- 1 meter ijzerdraad
- 1 leeg conservenblik (knakworsten)
- 1 stuk plastic van 1,8 x 1,8 meter
- 1 jute zak 0,67 x 1,12 meter
- 1 Victorinox zakmes
- 1 aardappel
- 1 winterpeen
- 1 enkele lucifer in doosje (Ik vind een aansteker namelijk valsspelen)
In een survivalsituatie dien je eerst te zorgen voor je eigen veiligheid, vervolgen dien je jezelf te beschermen tegen de elementen van de natuur. Met regen en wind kun je in enkele uren onderkoeld raken. In de gematigde streken kan je het ongeveer drie dagen zonder drinkwater uithouden en tot drie weken zonder voedsel.
Dus als eerste gaan we ervoor zorgen dat we kunnen schuilen tegen regen en wind, ik gebruik hierbij zoveel mogelijk natuurlijke materialen. Door een dikke bundel takken onder een hoek van 45 tot 60 graden tegen de stam van een omgewaaide dennenboom aan te zetten creëer je een wind en waterdichte kant, doe dit aan de zijde waar de wind vandaan komt.
Gebruik alleen mos aan de onderzijde die niet waterdicht hoeft te zijn.
Leg op de bodem van je onderkomen een dikke laag verse dennen -of sparrentakken, hiermee creëer je isolerende laag tussen je lichaam en de grond. Je kunt hier natuurlijk ook gras, mos of riet voor gebruiken zolang dit maar droog is.
Nu we een waterdicht onderkomen hebben waarbij we ook nog een dikke isolerende laag op de grond hebben gaan we proberen om het comfort te verhogen. Het stuk plastic kan ik gebruiken om mezelf erin te wikkelen, dit zal fungeren als een soort van bivakzak welke wind en vocht buiten zal houden..
Van de open zijde van de jute zak haal ik een stuk af welke groot genoeg is om er een muts van te maken, ongeveer 45% van de warmte verlies je via je hals en hoofd. In de jute zak snij een gat voor mijn hoofd en aan weerzijde een gat voor mijn armen. Hoewel jute erg luchtig oogt is de muts en het vest toch nog verrassend warm.
Als ik nu wil overnachten zal het onderkomen in combinatie met vest, muts en plastic (bivakzak) me niet superwarm houden. Maar dit is voldoende om de nacht te overleven.
In veel situaties waarin de specialforces opereren is het niet mogelijk om een vuurtje te maken, het vuur zal namelijk razendsnel hen locatie verraden.
Maar mocht het toch mogelijk zijn om een vuurtje te maken dan kun je van het conservenblik een billycan maken, prik met de priem van het zakmes twee gaatjes aan de bovenzijde van het conservenblik. Met een stukje ijzerdraad maak je dan het hengsel.
Tijdens mijn tocht door de natuur kijk ik altijd goed rond of ik aanmaakmaterialen tegenkom, al vrij snel zag ik een verrot stuk berkenhout liggen. De schors heb ik hiervan verwijderd en is ideaal aanmaak materiaal voor je kampvuur.
Je ziet nu overal van die graspollen die deels afgestorven zijn, maak met je hand een klauw en haal deze klauw door een graspol. De droge dode grassprieten houd je dan over in je hand.
Veel mensen sprokkelen dode takken van de grond, deze zijn meestal veel te nat en je hebt hier niets aan om er een vuurtje mee aan te maken. Vaak liggen er wel dode boomtoppen half op de grond, waaraan veel dunne takjes aan vast zitten. Deze takjes zijn meestal kurkdroog. Je kunt dit testen door ze te breken, klinkt het breken van een takje als een knetterend kampvuurtje dan is het takje droog genoeg om er een vuurtje mee te maken.
Je conservenblikje zomaar in het vuurtje zetten op een aantal stammetjes is vragen om problemen. Het koken met een billycan (conservenblik met ijzerdraad er doorheen) gaat het makkelijkst door je billycan aan een driepoot te hangen boven het vuurt.
Met enkele takken die je in elkaar haakt maak je eenvoudig een driepoot.
Omdat je niet zomaar een vuurtje mag stoken in de natuur heb ik het laatste gedeelte in de achtertuin uitgevoerd, hiervoor heb ik wel de driepoot meegenomen.
Als je de plek waar je het vuurtje wilt maken goed voorbereid, is de kans op succes het grootst.
Maak op de plek waar je het vuurtje wilt maken een vlonder van takken of schors, hiermee voorkom je dat het tondel vochtig word. In de buurt van mijn kampvuurplek leg ik vast wat droge takken en twijgjes neer. Dode bramentakken zijn droog en prima aanmaakmateriaal.
Het aansteken van een vuurtje met een gasaansteker werkt maar vind ik voor een survival oefening geen uitdaging, vandaar dat ik besloten heb om het vuurtje met slechts 1 beschikbare lucifer aan te steken.
Nu het vuurtje brand schil ik de aardappel en de wortel, ik snij ze in kleine stukjes en vul het conservenblik met water. Na enige tijd is de aardappel en wortel gaar waarna ze gegeten kunnen worden. Het kookvocht bevat veel vitamines en mineralen en kun je opdrinken als een soort van bouillon.
Alles bij elkaar ben ik nog geen twee uur bezig geweest. Maar voor de deelnemers van kamp van Koningsbrugge is een dagje survival afzien, ze zijn moe en beheersen de benodigde skills niet of nauwelijks.
Survival skills leer je alleen door regelmatig de technieken te oefenen, en niet alleen bij droog weer maar ook als er sneeuw ligt of als het regent.
(c) 2024 delaatstewoudloper.nl