Als buitensporter bevind ik me vaak in het bos of met de kano of kajak op het water. Vooral voor meerdaagse tochten is het belangrijk om te voorspellen wat het weer de komende dagen gaat doen. Daarom heb ik onlangs een cursus meteorologie voor watersporters gevolgd bij Nimosmeteo, de cursus word gegeven door een ervaren meteoroloog die bij het KNMI heeft gewerkt. Aanvankelijk wilde ik een erg uitgebreid artikel schrijven over meteorologie maar tijdens het schrijven werd me duidelijk dat dit allemaal erg veel theoretische stof bevat en je in het veld ook niet altijd de juiste middelen hebt om een goede voorspelling te maken.
Voordat we over gaan naar de praktijk, eerst maar even een aantal zaken nader toelichten.
Het weer, hieronder verstaan we de actuele toestand van de atmosfeer op een bepaalde tijd en plaats. Het weerbeeld wordt grotendeels bepaald door de volgende drie factoren. Luchtdruk, temperatuur en luchtvochtigheid.
Het Klimaat, word bepaald door het weerbeeld dat zich over een periode van 30 jaar gemiddeld heeft afgespeeld. Hieronder zie je de klimaatzones die bepalend zijn voor het weerbeeld. In Nederland en België bevinden wij ons in een gematigd klimaat.
Troposfeer, dit is de onderste (afgesloten) laag van de atmosfeer waarbinnen het weer zich volstrekt. De laag van de troposfeer is gemiddeld 10km dik, rond de evenaar waar de temperaturen het hoogste is kan de laag van de troposfeer wel 20km dik zijn. Rond de polen is de troposfeer in de winter niet dikker dan 4-6km. Hoe dikker de laag van de troposfeer, hoe heftiger de buien. Dit zie je ook terug bij tropische cyclonen. De bovengrens van de troposfeer heet tropopauze, daarboven houd ons weer op.
De zon, is de motor van de weerkundige processen op aarde. De zon warmt overdag het vaste land en zee op. Land warmt veel sneller op als water waardoor er flinke temperatuurverschillen kunnen ontstaan tussen het land en de aangrenzende zee. Op zijn beurt geeft het opgewarmde land weer warmte af aan de lucht die hierdoor ook word opgewarmd.
De hoek van de zon bepaald hoeveel Zonne-energie de aarde over een bepaald oppervlak krijgt. Hoe groter de hoek van de zon ten opzichte van de aarde, hoe meer warmte er door de bodem wordt opgenomen.
In de afbeelding hiernaast zie je de hoek van de zon in de zomer en de hoek van de zon in de winter.
In de winter word door een kleinere hoek van de zon met de aarde dezelfde hoeveelheid zonne-energie over een veel groter aardoppervlak verdeeld waardoor deze minder warm wordt, waardoor de aarde dus ook minder warmte energie aan de lucht afstaat.
Verschil in opwarming tussen land en water, water heeft de eigenschap het zonlicht tot ver onder de oppervlakte door te laten. De zelfde hoeveelheid energie van de zon word daarom ook over een veel groter oppervlak verdeeld ten opzichte van land waar de zonnewarmte maar slechts enkele decimeters diep de vaste grond verwarmd. Daarnaast is er veel meer energie nodig om water één graad op te warmen dan land. Hierdoor stijgt de temperatuur boven land enkele uren na zonsopkomst erg snel en is er boven zee nauwelijks een temperatuurstijging waarneembaar.
Dagelijkse gang van het weer, het verschil tussen de minimumtemperatuur (meestal ’s ochtends vroeg) en en maximumtemperatuur (enkele uren na de hoogste zonnestand) is dus uitsluitend boven land waarneembaar. We noemen dit de dagelijkse gang van het weer.
Luchtdruk, hieronder verstaan we het gewicht van een luchtkolom in de atmosfeer waarmee deze luchtkolom op het aardoppervlak drukt. We drukken de luchtdruk uit in hectopascal (hpa).
Door temperatuurverschillen is het gewicht van de luchtkolom niet altijd gelijk waardoor ook de luchtdrukken steeds verschillen. De luchtdruk op aarde verschilt van plaats tot plaats en varieert tussen de 940 hpa en 1060hpa. De gemiddelde luchtdruk boven zeeniveau is 1013 hpa.
Wind, is de horizontale verplaatsing van lucht tussen twee plaatsen waar een verschil in luchtdruk heerst. Wind zal altijd van een hoge (H) naar een lage luchtdruk (L) stromen.
Gradiëntkracht, deze kracht bepaald mede de kracht en de richting van de horizontale luchtbeweging welke we wind noemen. De gradiëntkracht ontstaat door de horizontale luchtdrukverschillen op aarde, en gaat altijd van een hoge naar een lage luchtdruk. De gradiëntkracht staat loodrecht op de isobaren, en is groter naarmate de isobaren dichter bij elkaar liggen. Als de gradiëntkracht de enige kracht zou zijn die de wind beïnvloed zou de wind rechtstreeks van een hoge naar een lage luchtdruk voortbewegen. In dat geval zou de luchtdruk snel overal gelijk zijn maar maar naast de gradiëntkracht hebben we ook te maken met de corioliskracht.
Corioliskracht, omdat de aarde in 24 uur om haar as heen draait ontstaat er een kracht die we corioliskracht noemen. Op het Noordelijk halfrond buigt de wind daarom iets af naar rechts ten opzichte van zijn bewegingsrichting. Op het Zuidelijk halfrond buigt de wind iets naar links af ten opzicht van zijn bewegingsrichting.
Wrijvingskracht, we hebben al verteld dat lucht zich verplaatst van een hoog naar een laag luchtdrukgebied. Als je de weerkaarten gedurende een aantal dag in de gaten houd zie je dat hoge -en lage luchtdrukgebieden van vorm veranderen en uiteindelijk van de weerkaart verdwijnen. Dit gebeurt doorgaans het snelste vlakbij het oppervlak van de aarde. De wrijvingskracht is hiervoor verantwoordelijk.
Vlakbij bij het aardoppervlak komt de luchtstroom allerlei obstakels tegen zoals bergen, bossen en bebouwing. Hierdoor word de luchtstroming sterk afgeremd, en daarmee wordt ook de invloed die de corioliskracht uitoefent verminderden en zal de wind krimpen.
Boven de zee is er minder wrijving dan boven land en daardoor zal de wind op zee minder krimpen dan boven land. In het plaatje hierboven is dat weergegeven.
Ruimen, is het veranderen van een windrichting met de wijzers van de klok mee. (rechtsom).
Krimpen, is het veranderen van een windrichting tegen de wijzers van de klok in. (linksom).
Praktijkvoorbeeld invloed landwind tijdens het kanovaren.
Een grote rivier met twee oevers, in het midden van de rivier staat een Westelijke wind. Door wrijving zal de wind boven land verder afnemen en ook krimpen. Het maakt tijdens het kanovaren een degelijk verschil aan welke kant van het water dat je gaat varen. Rechts onderin is de wind vlakbij de oever veel sterker, dit komt door het samenvoegen van de Westelijke wind met de landwind dit noemen we Convergentie. Wil je dus vanuit het Westen naar het Oosten varen dan heb je aan deze zijde een voordeel omdat je de wind mee hebt.
Als je volgens hetzelfde voorbeeld van Oost naar West wil varen dan kost het je veel minder energie om aan de andere zijde van de rivier te peddelen. Door de wrijving van het aangrenzende land is de wind daar veel zwakker. Dit noemen we Divergentie.
Wolken, voor buitensporters is de aanwezigheid of afwezigheid van bewolking een belangrijke informatiebron over de heersende weersituatie. In combinatie met een Hoogtemeter/barometer kun je vaak een voorspelling voor de komende 8 tot 12 uur maken.
Wolken ontstaan doordat lucht afkoelt koude lucht kan namelijk minder waterdamp vasthouden dan warme lucht. Lucht die afkoelt raakt verzadigd met waterdamp welke gaat condenseren, hierbij ontstaan minuscule waterdruppeltjes die zichtbaar worden als een wolk. Bij erg lage temperaturen zullen deze minuscule waterdruppeltjes bevriezen waardoor er ijskristallen ontstaan.
Neerslag, ontstaat als ijskristallen uitgroeien tot sneeuwkristallen. Door het gewicht beginnen de sneeuwkristallen te vallen. Tijdens de tocht naar de aarde komend de sneeuwkristallen door warme luchtlagen waardoor ze smelten en er regendruppels ontstaan.
Stralingsmist, word veroorzaakt doordat de aarde na het ondergaan van de zon afkoelt. Als gevolg hiervan koelt ook de lucht vlak boven het aardoppervlak af, als de lucht boven het aardoppervlak het dauwpuntstemperatuur bereikt zal er mist gaan vormen. De mist verdwijnt pas als de temperatuur van de lucht stijgt, vaak is dit enkele uren na zonsopkomst.
Slootmist, ontstaat als koude lucht via de slootkanten over het warmere water heen stroomt. Warme vochtige lucht boven het water koelt af tot onder het dauwpunt. De sloot lijkt te roken omdat de verzadigde lucht nu lichter is dan de omringende koudere lucht. Boven zee noemen we dit verschijnsel arctische zeerook.
Weer voorspellen met behulp van de wolken
Wolken bestaan uit grote massa’s gecondenseerde waterdamp of ijskristallen, of een combinatie hiervan. Er zijn veel verschillende soorten wolken, het weer kan worden voorspeld door het type en het formaat van de wolken. Wolken die wit zijn en hoog in de lucht hangen duiden meestal op stabiel en goed weer. Wolken die donker zijn en laag hangen duiden weer vaak op slecht weer.
Hieronder zie je een aantal veel voorkomende wolkensoorten met daarbij de weersvoorspellingen.
Cirrus, ook wel vederwolken of windveren genaamd komen op grote hoogte (6 tot 12km) bij mooi weer voor. Ze bestaan volledig uit ijskristallen.
Stratocumulus, is een grijze of witachtige wolkenlaag ze vormen zich soms boven de cumuluswolken. Uit stratocumulus wolken kunnen soms buitjes vallen die in de avond weer verdwijnen.
Cumulus, pluizige witte cumuluswolken duiden vaak op goed weer. Maar als de cumuluswolken dicht opeen liggen en donker zijn wijst dit vaak op regen. Cumuluswolken die op open zee te zien zijn kunnen een aanwijzing voor land zijn.
Cumulonimbus, de basis van deze wolk begint laag maar kan uitgroeien tot een hoogte van meer dan 15km. Ze nemen soms een aambeeld of paddenstoel vorm aan. Deze wolken ontstaan in onstabiele lucht uit cumulus of stapelwolken. Deze wolken brengen wind, regen, sneeuw, hagel en onweer.
Het weer voorspellen met behulp van een hoogtemeter
Tijdens een trektocht door de vrije natuur heb je niet altijd de beschikking over een “up to date” weerbericht. Maar voor veel buitensporters zoals, kanovaarders, bergbeklimmers en hikers is het erg belangrijk om te weten wat voor weer het de komende uren wordt. Bij naderende storm, sneeuw of onweersbuien dient men namelijk tijdig een veilig onderkomen te vinden. In deze rubriek kun je lezen hoe je met behulp van de natuur het weer voor de komende uren tot maximaal een dag kunt voorspellen.
Als je zelf het weer wilt voorspellen dan dien je met een barometer of hoogtemeter de luchtdruk in de gaten te houden. De luchtdruk is vrijwel nooit gelijk en verandert continu. De hoogte van de luchtdruk varieert tussen de 930mbar en 1070mbar, is de luchtdruk lager als 1013mbar dan spreken we van een lage luchtdruk. En als de luchtdruk hoger is dan 1013mbar spreken we van een hoge luchtdruk. (mbar is hetzelfde als hPa)
Bij een hoge luchtdruk hebben we over het algemeen mooi weer, of er is mooi weer op komst. Terwijl een lage luchtdruk vaak onstuimig weer zoals wind en of regen brengt.
Op de afbeelding links zie je een hoogtemeter die ook als barometer is te gebruiken. Wil je zelf het weer voorspellen controleer dan ieder uur de luchtdruk op je hoogtemeter.
In 80% van de gevallen geeft een stijgende luchtdruk een verbetering van het weer aan, en een dalende luchtdruk een verslechtering van het weer. Snelle veranderingen van de luchtdruk gaan meestal gepaard met veel wind, maar het kan ook een voorbode voor een naderende storm zijn.
In de onderstaande tabel staan de heersende luchtdrukken met daarbij de kans op neerslag, uit onderzoek is gebleken dat dit in 8 van de 10 gevallen ook juist is. Hoewel een hoge luchtdruk doorgaans een bode is voor goed weer kan het toch voorkomen dat er bij een luchtdruk van 1030 mbar tijdens een regenbui 10 tot 15mm regen valt.
De hoogtemeter
Een hoogtemeter is een barometer waar de schaal van mbar of hPa is vervangen voor een schaal die de hoogte in meters aangeeft. Sommige hoogtemeters hebben naast de schaal die de hoogte aangeeft ook een schaal die de luchtdruk aangeeft. De gemiddelde luchtdruk op zeeniveau is ongeveer 1013 mbar.
Iedere 8 meter die je in hoogte stijgt zal de luchtdruk 1 mbar dalen, andersom geld natuurlijk dat iedere 8 meter die je daalt de luchtdruk oploopt met 1 mbar. Per 100 meter daling of stijging is het verschil 12,5 mbar.
Omdat de luchtdruk op één en dezelfde plek nooit helemaal hetzelfde is dien je de hoogtemeter waar mogelijk te ijken. Geschikte ijkpunten zijn punten waarvan de exacte hoogte bekend is. In de bergen zijn de vaste klimroutes vaak voorzien van de juiste hoogte, maar middels een stafkaart kun je ook de hoogtes van bergtoppen, kerken en andere bezienswaardigheden opzoeken en zodoende je hoogtemeter ijken. Maak er een gewoonte van op ieder punt waarvan de hoogte bekend is je hoogtemeter ook daadwerkelijk te ijken.
Dagschommeling
Door opwarming en afkoeling van de lucht kan de luchtdruk een beetje schommelen, op de hoogtemeter kan dit verschil 10 meter bedragen. Dit noemen we schijnstijging. Op een normale barometer bedraagt deze dagschommeling ongeveer 1 mbar.
Voorbeeld
Je hebt de hele dag gewandeld in de Alpen en gaat overnachten in een berghut die zich op een hoogte van 1560 meter bevind. Je ijkt ’s avonds voordat je gaat slapen je hoogtemeter op 1560 meter. In de ochtend check je voordat je weer op pad gaat de hoogtemeter, deze geeft nu een hoogte aan van 1640 meter. De berg is natuurlijk in de nacht niet hoger geworden, het verschil wat de hoogtemeter aangeeft is veroorzaakt door een naderend lage drukgebied wat in de meeste gevallen slecht weer met zich meebrengt. Je besluit om je hoogtemeter opnieuw te ijken en te wachten totdat duidelijk is wat het weer gaat doen. Aan het begin van de middag geeft je hoogtemeter een hoogte aan van 1500 meter, wat betekend dat de luchtdruk is opgelopen door een hogedrukgebied. Hogedruk gebieden zorgen doorgaans voor goed weer. Je besluit de hoogtemeter opnieuw te ijken om vervolgens de tocht te vervolgen.
Weersomslag
Voor bergbeklimmers, buitensporters en watersporters is het belangrijk om te weten of het weer in korte tijd verslechterd. Daarom is het voor deze mensen belangrijk om regelmatig de aanwezige wolken in de lucht te bestuderen en tenminste ieder uur de barometerstand of de hoogtemeter in de gaten te houden. Een weerverslechtering gaat doorgaans gepaard met een snelle daling van de luchtdruk.
Weerkaart, voordat ik een tocht onderneem bekijk ik altijd de laatste weerkaarten. Dit geeft mij al veel informatie over de te verwachten weersomstandigheden voor de komende dagen. Op de weerkaart hieronder zie je dat storm Darragh op zaterdag 7 december 2024 om 0:00 uur zich ter hoogte van Ierland bevind. Volgens de voorspelling van 12 uur later (tweede afbeelding) bevind de storm zich dan op de Noordzee tussen Engeland en Nederland in.
Mocht je met een boot een oversteek willen maken over groot water dan is het wellicht verstandig om enkele dagen te wachten totdat de storm is weggetrokken. De afbeelding hieronder geeft de voorspelling voor maandag 9 december 2024 weer, er nadert een hogedruk gebied vanaf Ierland wat ervoor zorgt dat de weersomstandigheden in Nederland verbeteren.
Als het voor je belangrijk is om te weten hoe je weerkaarten kunt lezen dan kun je hiervoor een cursus volgen, zelf heb ik de cursus praktische meteo voor zeilers gevolgd en daar heb ik geleerd om weerkaarten te lezen en zelf voorspellingen te maken voor de komende dagen met behulp van de actuele weerkaarten.
Aanwijzingen uit de natuur die je helpen het weer te voorspellen
Maar door de vorming van wolken en het gedrag van planten en dieren te observeren, is het mogelijk om een weersvoorspelling voor de komende uren tot uiterlijk een dag na je waarneming te maken. Ga altijd uit van meer kenmerken om tot een goede voorspelling te komen.
De natuur kondigt slecht weer vaak aan met;
- laag vliegende zwaluwen en vissen die uit het water springen (ze jagen op insecten die bij naderende regen laag vliegen)
- kikkers zijn stil
- spinnen kruipen weg
- mieren gaan terug naar hun nest
- muggen die ’s morgens steken
- steekvliegen zijn agressief
- bloemen sluiten zich voor de regen
- een kring rondom de maan
- sterren die flikkeren
- ochtendrood
- een vaalgele zonsondergang
- het ontbreken van ochtenddauw in de zomer
- helder en ver zicht
- geluid draagt opvallend ver
- het riool stinkt
- mestlucht blijft lang hangen
- snel opkomende wolken
De natuur kondigt mooi weer vaak aan met;
- kikkers die concerten geven
- de zwaluwen vliegen hoog
- spinnen bouwen een web
- mieren zijn druk bezig
- rook stijgt recht omhoog
- velden met schapenwolkjes die ’s ochtend snel uiteenvallen
- wolkensluiers die in de richting van de klok draaien
- een blauwe hemel met weinig wolken
- morgendauw
- veel dauw in de eerste helft van de nacht
- met de wind meedrijvende losse stapelwolken
- zakkende ochtendmist
- heldere sterren
- avondrood
Het weer voorspellen leer je vooral door veel te doen en allerlei aanwijzingen uit de natuur te interpreteren. Boeren en schippers kunnen je vaak veel vertellen over wat het weer word in het gebied waar ze zelf werkzaam zijn, dit weten ze doordat ze jarenlang buiten bezig zijn en verbanden weten te leggen met wolken die vanaf een bepaalde kant komen aanwaaien.
(c) 2024 www.delaatstewoudloper.nl