Herkennen van diersporen
Als je in een survivalsituatie verkeerd dan zul je er alles aan doen om aan voedsel te komen, plantaardig voedsel kun je verzamelen. Maar in bepaalde jaargetijden en sommige gebieden kan het moeilijk zijn om plantaardig voedsel te vinden. In zo'n situatie zul je dan vaak dierlijk voedsel proberen te verkrijgen, dit kan door te vissen, op wild te jagen of door wild te vangen met vallen en strikken.

Veel dieren leven volgens een vast patroon en gebruiken telkens weer de zelfde route vanuit hun schuilplaats naar hun drink -of etensplaatsen en weer terug naar hun schuilplaats. Meestal laten deze dieren dan zichtbare sporen achter zoals, pootafdrukken, uitwerpselen en etensresten.

Met behulp van deze sporen kun je vrij nauwkeurig achterhalen van welk dier de sporen afkomstig zijn. Het loont zich de moeite om een zakboekje over diersporen aan te schaffen om u zich er verder in te verdiepen als u gaat rondtrekken.
Op de foto hierlangs zie je een pootafdruk van een hond.

Een afdruk van een hondenpoot vertoont vier teenkussentjes en klauwpunten en een groot zoolkussen erachter. Aan de scherpte van deze afdruk kun je zien dat hij vers is.

Als het spoor wat ouder is brokkelen de randen af en wordt het spoor onduidelijker. En er kan zich na verloop van tijd wat water in het spoor verzamelen. De grote van een hondenspoor verschilt per ras.
Op de foto hierlangs zie je een pootafdrukken van een konijn in de sneeuw.

De harige zolen van het konijn laten bijna geen zichtbare spoor na op de harde ondergrond. Bij het rennen komen de achterpoten van het konijn voor de voorpoten ipv erlangs.
Op de foto hierlangs zie je een hol van een konijn. Aan het losse vers uitgegraven zand zie je dat het hol nog in gebruik is.
Op de foto hierlangs zie je een verse afdruk van een ree in de sneeuw. De gespleten hoeven geven langwerpige afdrukken. De afdruk is ongeveer 3cm breed en 4,5cm lang.
Op deze foto zie je een afdruk van een ree hij is niet ouder dan een uur. Je kunt dit zien omdat de afdruk nog scherp zichtbaar is, het water uit de modder is al in het spoor gesijpeld, en het grassprietje in de spoor is nog niet verdord.
Reeën, edelherten en damherten eten de schors van allerlei boomsoorten, en dat levert deze vraatsporen op. In de winter zit de schors vast op het hout en moet de ree of het hert de schors er echt afschrapen met zijn tanden. In de zomermaanden zit de schors door de sappenstroom van de boom veel losser op het hout (groeiperiode van de boom) waardoor er bij het schrapen hele stukken schors tegelijk van de de stam loskomen. Dit kan de boom ernstig beschadigen.

Schors van jonge bomen heeft dezelfde voedingswaarde als die van weidegras.

Aan de hoogte van de vraatsporen is af te leiden of het om een ree of een hert gaat.

De foto hierlangs toont de vraatsporen van een ree.

Hiernaast zie je een leger van een ree. Reeën slapen op de grond op een rustige beschutte plek in het bos. Ze schrapen de grond schoon en liggen het liefst op het zand.
Hierlangs zie je een foto met daarop de uitwerpselen van een ree. De keutels zijn zo'n 10 tot 14mm lang en zo'n 7 tot 10mm dik. Verse keutels zijn zwartachtig en glanzend, naar mater ze ouder worden worden ze doffer. In de herfst en de winter eten reeën vooral droge kost zoals knoppen en twijgen. Daardoor zijn de keutels losser.
In de zomer eten reeën gras, bladeren en bessen daardoor zijn de keutels in de zomer wat smeuïger en de losse keutels klonten nu samen.
Hierlangs nog een plaatje van de uitwerpselen van een ree in de zomer.
De uitwerpselen van een eland zijn door de grote en kleur vaak makkelijk te herkennen.

In de winter bestaan de uitwerpselen uit losse keutels die een lengte hebben van ca. 20-30mm en een breedte van 15-20mm. In de winter hebben de uitwerpselen een geelbruine kleur.

In de zomer zijn de uitwerpselen bruinzwart van kleur en doordat de voeding van het eland uit veel vruchten bestaat zijn de uitwerpselen ook mee samengeklont.
Elanden eten net als de kleiner herten de schors van verschillende soorten bomen, soms duwt een eland een boom om om hoger gelegen blaadjes en twijgen te bemachtigen.
Vaak zie je dan dat verschillende bomen allemaal op de zelfde hoogte zijn aangevreten. Aan de hoogte kun je dan zien dat het om een eland gaat.
Op deze foto zie je een recente pootafdruk van een everzwijn in de modder. De gespleten hoeven geven afdrukken als die van een ree, maar op de zachte ondergrond zijn de korte zij tenen goed zichtbaar. De afdruk is ongeveer 10cm lang en 6cm breed.

Pas op voor wilde zwijnen!!! ze kunnen een mens aanvallen en ernstig verwonden als ze jongen hebben of als ze in het nauw gedreven worden.

In gebieden waar wilde zwijnen voorkomen, kun je in open velden en langs de bosranden van loof of gemengde bossen flinke stukken omgewoelde grond vinden.

Het wilde zwijn wroet met zijn slurfachtige verlengde snuit de bovenlaag van bos en weiland, op zoek naar wormen, insecten, larven, paddenstoelen, paddenstoelen, eikels en allerlei ander voedsel.

Vaak vind je bij deze stukken omgewoelde grond ook sporen en uitwerpselen van het wilde zwijn.

Op deze foto zie je een verse pootafdruk van een kokmeeuw, om gemakkelijk te kunnen zwemmen zijn de tenen van zijn poten tot het uiteinde met elkaar verbonden met zwemvliezen. De achterteen is zo klein dat hij zelden een zichtbare afdruk achterlaat. De grote van de afdruk bedraagt ongeveer 4 cm.
Op deze foto zie je de poot en staartafdrukken van een rat. Deze afdrukken zijn op de oever van een beekje gemaakt.
Hierlangs zie je een foto van een braakbal van een uil. Je ziet aan de grijze kleur dat het menu van de uil voornamelijk uit muizen bestaat. Een braakbal bestaat uit de niet verterende restanten van de prooi van de uil, zoals de botten en de (grijze)vacht.
Dit is een duidelijke pootafdruk van een das, het betreft hier de rechtervoorpoot van de das.

De voetkussens van de das zijn bijna altijd goed zichtbaar in de pootafdrukken.



(Foto genomen door Tillia)
Dit is een vage pootafdruk van een das. Naar aanleiding van de vraatsporen en de gevonden uitwerpselen heb ik vast kunnen stellen dat het hier om een dassen afdruk gaat. De lengte van een dassenpootafdruk bedraagt zo'n 6,5 cm en hij is zo'n 3,5 cm breed.
Hierlangs zie je de uitwerpselen van een das.
Dassen graven ook vaak latrines die zo'n 10 cm diep zijn, hierin leggen ze hun uitwerpselen. Deze latrines vind je vaak in de nabijheid van de burcht of langs vaste wissels.
Dassen kunnen een ware plaag zijn voor de boeren. Ze richten veel schade aan in maïsvelden. Ze duwen de maïsplant omver om vervolgens de maïskolf aan te vreten.
Dassen leven in de nabijheid van loofbossen en akkers en weilanden. Ze leven van granen, fruit, paddenstoelen, wortels, wormen, insecten en kleine zoogdieren. Hierlangs zie je maïskolf die aangevreten is door een das.
Hierlangs zie je de pootafdrukken van een vos in de sneeuw. De pootafdrukken van de vos lopen nagenoeg in een rechte lijn, dit komt omdat ze de poten achter elkaar zetten. Een vos wordt zo'n 75cm lang, en de staart kan wel 45cm lang worden. De pootafdrukken zijn 6 cm lang en zo'n 4 cm breed. Op de foto zijn de pootafdrukken veel langer dit komt door de 10cm dikke sneeuwlaag. Op een harde ondergrond zie je de sporen van de vos bijna niet.
Hierlangs zie je een afbeelding van de uitwerpselen van een vos.

De uitwerpselen van de vos zijn 8 tot 10cm lang en ongeveer 2cm dik, vaak aan één kant spits toelopend.

Kleur van de uitwerpselen kunnen enorm verschillen omdat de vos een alleseter is. Je kunt in de uitwerpselen van de vos veren, haren en stukjes bot vinden.


Pas op!!! In de ontlasting van de vos kunnen eitjes van de vossenlintworm zitten, deze zijn met het blote oog niet waarneembaar. Raak de ontlasting dus nooit met je blote handen aan maar gebruik altijd handschoenen.
Hierlangs zie je de plek waar een roofdier een vogel heeft geslagen, bij dit spoor hebben we sporen van een vos gevonden daarom kunnen we er bijna zeker van zijn dat een vos de dader is.

Kun je geen sporen van een roofdier vinden dan kan het dier door een vos, marter, das of kat gedood zijn.

Uitwerpselen van het roofdier kunnen soms uitsluitsel geven.

Prooidieren worden vaak na het doden naar een voor het roofdier veiligere plek verplaatst, dat was ook hier het geval.
De veren zijn door de vos met bosjes tegelijk geplukt, deze veren zitten dan ook vaak met speeksel aan elkaar geplakt. De vlaggen van de veren zijn vaak beschadigd.

Vossen en andere roofdieren eten het prooidier vaak met kop en botten op, de veren blijven dan achter.
Op de foto hierlangs zie je een nest van een Bonte Specht. Dit is doorgaans een ronde opening met een doorsnede van zo'n 5cm. Dit nest bouwen ze doorgaans in vermolmde stammen en dikke takken van loof of naaldbomen. Het nest zit doorgaans op hoogtes variërend van 3 tot 8 meter.

De Bonte Specht komt in Nederland vrij algemeen voor, het is een standvogel die zelden trekt.

Via de ingang van het nest gaat een kleinere gang naar een 23 tot 40cm diepe kamer die 12 tot 15cm breed is.

De Bonte Specht komt voor in alle loof en naaldbossen ook op bomen die verspreid

(c) 2022 Delaatstewoudloper.nl