Als zitting voor de kruk gebruiken we een schijf van een boomstam.
Zoek een boom die omgevallen is en zaag hier een schijf vanaf die tenminste 15 cm dik is. De doorsnede van de boomstam moet 30 tot 40 cm bedragen.
In deze schijf willen we de poten bevestigen, hiervoor dienen we drie gaten in de houten schijf te boren.
Boor met een slangenboor op minimaal 5 cm van de rand een gat met een diepte van ongeveer 10 cm.
Voor de stevigheid dien je het gat onder een hoek van ongeveer 100° te boren, ten opzichte van de schijf staat de poot dus uit de haak.
Maak je deze hoek te groot dan zullen de poten eerder breken.
Gebruik een slangenboor met een diameter van 30 tot 40mm.
Een kruk met drie poten is stabieler dan een kruk met vier poten, verdeel de poten zo gelijkmatig mogelijk. De poten liggen dan ongeveer 120° uit elkaar.
Vind je het verdelen moeilijk maak dan gebruik van je kaarthoekmeter of kompas om de plaats van de poten te bepalen. Aftekenen kun je met een stukje houtskool van je kampvuur
Boor nu ook de twee andere gaten .
Zaag drie stevige takken af met een doorsnede van 5 a 6 cm, houd ze wat langer. Na het plaatsen zagen we ze op maat.
Als je het goed is hebben de poten een grotere doorsnede dan de gaten die je in stap 2 en stap 3 hebt geboord.
Om de takken stevig in de gaten van de houten schijf vast te maken, maken we één zijde van iedere tak een klein beetje taps.
Hamer de poten met de achterzijde van je bijl in de gaten. Als je de poten goed taps hebt gemaakt zullen de poten muurvast komen te zitten.
Nu alledrie de poten stevig in de zitting van de kruk zitten, dienen we de poten op de gewenste lengte af te zagen.
Omdat we alle drie de poten op dezelfde lengte willen afzagen maken we van een andere tak een pasmaat. Deze houden langs de drie poten zodat we ze ook alle drie op dezelfde lengte kunnen afzagen.
Vervolgens draaien we de zojuist vervaardigde kruk om.
